Rijmt op afgestoken
- spoken
- koken
- roken
- gebroken
- afgesproken
- geroken
- bestoken
- besproken
- ontstoken
- aangesproken
- poken
- smoken
- stoken
- gedoken
- opdoken
- aanstoken
- ingedoken
- verbroken
- verkroken
- verstoken
- afgebroken
- bewieroken
- doorbroken
- doorstoken
- opgestoken
- versproken
- aangebroken
- aangestoken
- uitgestoken
- ondoorbroken
- doken
- stroken
- gewroken
- opstoken
- gesproken
- ontbroken
- opgedoken
- ingebroken
- ingestoken
- ongebroken
- opgebroken
- weggedoken
- uitgebroken
- gestoken
- uitkoken
- ineengedoken